1. Iedere persoon die overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2067 voor een toepasselijke activiteitengroep geaccrediteerd is, wordt aangemerkt als een geaccrediteerde verificateur voor de toepassing van deze verordening. De Commissie is bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen om toepasselijke activiteitengroepen in kaart te brengen, door de kwalificaties van een geaccrediteerde verificateur die nodig zijn om verificaties voor de toepassing van deze verordening uit te voeren, af te stemmen op de toepasselijke in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2067 vermelde activiteitengroepen en in het accreditatiecertificaat staan aangegeven. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 29, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
2. Een nationale accreditatie-instantie kan, op verzoek, een persoon als verificateur voor de toepassing van deze verordening accrediteren, indien zij op basis van de bij haar ingediende documenten van oordeel is dat die persoon bekwaam is om de in bijlage VI bedoelde verificatiebeginselen toe te passen bij de vervulling van de taken van verificatie van de ingebedde emissies op grond van de artikelen 8 en 10.
3. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 28 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening, door de voorwaarden te stellen voor de toekenning van de in lid 2 van dit artikel bedoelde accreditatie, voor de controle van en het toezicht op geaccrediteerde verificateurs, voor de intrekking van de accreditatie en voor wederzijdse erkenning en collegiale toetsing van accreditatie-instanties.